Oefening 1 van 3.11

Juiste scoring feiteninterview over het werk van een psycholoog:

 

V1 = E-ex Wat doet u in uw werk?
De eerste vraag is altijd een E-ex omdat die niet kan aansluiten op wat deze psycholoog zegt.
V2 = E-in Wat is een gz-psycholoog?
Deze vraag gaat door op het antwoord A1.
V3 = H NLP?
De interviewer herhaalt letterlijk een begrip uit antwoord A2.
V4 = E-ex Werkt u met anderen samen in een team?
Er wordt een nieuw onderwerp aangesneden. Het past wel binnen het doel, maar het sluit niet aan op het voorafgaande.
V5 = VO U zult zeker wel veel verdienen?
De interviewer heeft een vermoeden en trekt daaruit een conclusie. Een VO verschilt soms niet veel van een WA. Een WA is een stelling van itee, een VO is niet direct een oordeel.
V6 = WA Dat vind ik weinig voor iemand met uw opleiding en ervaring.
Hier geeft de interviewer duidelijk zijn oordeel. Hij neemt een stelling in en geeft vanuit die opvatting zijn mening.
V7 = E-ex Hoeveel afspraken met cliënten hebt u in een week?
Er wordt een nieuw onderwerp aangesneden. Het past wel binnen het doel, maar het sluit niet aan op het voorafgaande.
V8 = O + E-e U bent dus gz-psycholoog. U werkt ook met NLP, u verdient modaal, u hebt tussen de tien en twintig afspraken in de week en zit in een klein team. Hoe lang doet u dit werk al?
Het is een ordening van wat de psycholoog tot nu heeft verteld. Als een ordening evocatief wordt uitgesproken, werkt ze als een vraag. De ander gaat dan meestal doorpraten. In dit geval gebeurt dat niet. Er wordt nu een vraag toegevoegd, in dit geval is dat een E-ex-vraag, die wel aansluit bij het doel, maar niet bij het voorafgaande.
V9 = E-in Waar gaan de gesprekken bij jongeren meestal over?
Deze vraag sluit aan bij het antwoord dat de psycholoog geeft in A8.
V10 = I Ik weet nu genoeg over uw werk. Ik vind het interessant en ik ga van dit gesprek een verslag schrijven voor mijn opleiding. Hartelijk dank voor uw tijd.
De interviewer geeft hier informatie over wat hij in het gesprek bereikt heeft, wat hij vindt van de inhoud van het gesprek en wat hij ermee gaat doen.